Rusland/Oekraïne Oorlog
Waar je vroeger de radio inschakelde (Radio 1 draaide klassieke muziek als zich een ramp voordeed) of popmuziek opzocht in oorlogstijd, lijkt dankzij het internet muziek niet meer de snelste route naar oorlogsduiding. Immers, iedereen kan eenvoudig via andere manieren je mening geven. Hoewel we bij de Arabische Lente zagen we dat internet gebruikt kan worden om muziek te verspreiden, lijkt het ondenkbaar dat oorlogsmuziek ooit zoveel invloed heeft als het ooit had. Komt dat door de afgenomen invloed van artiesten of zou het een realisatie zijn dat oorlogsliedjes vooral escapistisch blijken te zijn – nu we constateren dat we oorlog blijven voeren?
De meest bekende muziek uit de huidige oorlog komt uit de schuilkelder. Het meisje dat ‘Let it go’ zong ging het internet over. Dat gold ook voor de samenspelende violisten en voor de Oekraïense pianiste Karina Manyukina die in haar verwoeste huis nog één keer – tussen het puin en de scherven – Chopin speelt. Ook muziek uit de straten van Odessa werd veel gedeeld online, waar zangers en muzikanten voor het operagebouw – waar hun voorstellingen waren geannuleerd – troostende muziek van Verdi speelden.
Over de Oekraïense grens springt Leif Ove Andsnes eruit. De Noorse pianist deelde een Facebookvideo waarin hij Bagatelle van Silvestrov speelt – een ode aan Oekraïne. De 84-jarige Silvestrov moest eerder vluchten uit Kiev. De Britse rockers van Pink Floyd maakten samen met de zanger van de Oekraïense band Boombox het nummer: ‘Hey, Hey, Rise Up’. Pink Floyd had met The Final Cut en The Wall al een oorlogsverleden. Hét muzikale gevaar van Poetin, Pussy Riot, liet ook van zich horen. De Duitse Davide Martello, die na de Bataclan-aanslagen bekend werd door daar ‘Imagine’ te spelen – wat ons een nieuwe nummer één in de Top 2000 opleverde – ging naar de grens tussen Polen en Oekraïne waar veel vluchtelingen aankwamen en verwelkomde hen met muziek. Ook Tom Odell had een soortgelijk idee: hij speelde op een Roemeens treinstation waar vluchtelingen aankwamen het nummer ‘Another Love’ – een nummer dat direct door TikTokkers werd omarmd.
In Nederland hoorden we kinderen samen een lied zongen op de klanken van ‘We Are The World’, we zagen Meau samen met de Oekraïense Katie Koss schitteren op de Giro 555-avond en er worden verschillende benefietconcerten georganiseerd. Ook in Nederland verbindt de muziek. Op een andere manier verbindend was het Russische galaconcert ter ere van de ‘militaire operatie’ in Oekraïne waar Poetin sprak en vooral ingehuurde mensen in het publiek zaten.
Hoewel protestmuziek, denk aan rap of de revival van punk, nog lang niet is verdwenen, mengt het zich amper in deze oorlog. Een klein beetje protest kwam er vanuit Rusland, bijvoorbeeld van de band Pornofilmy (die direct werden geboycot) of de tv-zender TV Dosjt, één van de laatste onafhankelijke media, die noodgedwongen moesten stoppen en ‘Het Zwanenmeer’ opzette. Een historische verwijzing, want het ballet werd ook uitgezonden bij de coup die een einde maakte aan de Sovjet-Unie in 1991. Klein protest kwam medio april ook vanuit Moskou waar een anti-oorlogsconcert werd beëindigd toen de Rus Lubimov een nummer speelde van een Oekraïense pianist. Hij speelde gewoon door, terwijl de politie stond te kijken.
Een opvallende gelijkenis met de Tweede Wereldoorlog is dat er ook nu weer van alles wordt geboycot en gecanceld. Een clip downloaden van Rammstein is al verboden in Rusland; Russische artiesten in Europa worden genegeerd. Vooralsnog is het toch vooral verbroedering dat de klok slaat in de muziek. Manizha, de Russische inzending van het Songfestival vorig jaar, spreekt zich met het nummer ‘Soldier’ uit tegen de oorlog. De verwachting is dat half mei het Songfestival wederom een belangrijke muzikale duit in het zakje doet van oorlogsmuziek: Rusland is geweerd en Oekraïne maakt goede kans om te winnen. Niet per sé omdat de muziek zo goed is, maar een stem op Oekraïne is nu toch een stem van sympathie. Saillant detail dat de vorige Oekraïnse Songfestival-overwinning óók met een oorlogslied was.
De soundtrack van deze oorlog begint zich dus af te tekenen. Vrijwel alle muziek draait om verbinding en verbroedering. Zo ook het tweede volkslied dat eind 2022 ineens populair werd. Zie hier ook waarom het Oekraïense volkslied veel wordt gedraaid. Beschrijvende nummers (zoals we zagen tijdens de Koude Oorlog, maar waar bijvoorbeeld ook ‘Sunday Bloody Sunday’ (saillant: dit nummer stond op het album ‘War’) een goed voorbeeld is) zien we amper en ook de protestmuziek is er nauwelijks. Hetzelfde geldt voor strijdliederen of vredesliedjes. Het lijkt erop dat we andere platforms kiezen om maatschappelijke thema’s te agenderen of te protesteren. Enerzijds omdat dat meer effect heeft en misschien ook wel omdat popmuziek aan haar eigen succes ten onder is gegaan in de Koude Oorlog: wat heeft ons die reeks prachtige platen ons nou immers helemaal opgeleverd?